Psalm 119:1

SVAleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.
WLCאַשְׁרֵ֥י תְמִֽימֵי־דָ֑רֶךְ הַֽ֝הֹלְכִ֗ים בְּתֹורַ֥ת יְהוָֽה׃
Trans.’ašərê ṯəmîmê-ḏāreḵə hahōləḵîm bəṯwōraṯ JHWH:

Algemeen

Zie ook: Acrostichon, Aleph, Mozes (wet)


Aantekeningen

Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

אַשְׁרֵ֥י

Aleph. Welgelukzalig

תְמִֽימֵי־

zijn de oprechten

דָ֑רֶךְ

van wandel

הַֽ֝

gaan

הֹלְכִ֗ים

-

בְּ

-

תוֹרַ֥ת

die in de wet

יְהוָֽה

des HEEREN


Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.

________

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!